Inspiratie
Samenwerken met de toerisme- en recreatiesector
“Een mooie kans!”
10 min. lezen
De Landelijke Data Alliantie (LDA) is een inspirerend voorbeeld op het gebied van datagedreven werken. Gijs Meijer, projectleider van de taskforce, gaat hierover in gesprek met Marieke Politiek, voorzitter van de LDA Programmaraad. En het blijft niet alleen bij een gesprek: ze zien goede kansen voor een samenwerking tussen de cultuur- en de toerismesector. “Het is interessant om te kijken waar we elkaar kunnen versterken en hoe we van elkaar kunnen leren.”
LDA
De Landelijke Data Alliantie (LDA) is een open netwerk van alle partijen in Nederland die behoefte hebben aan data en inzichten over toerisme van, naar en in ons land. De kern van dit netwerk wordt gevormd door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, provincies, Destinatie Nederland, Kenniscentrum Kusttoerisme, DMO’s/CMO’s, CBS, CELTH en NBTC.
Op landelijk, provinciaal en regionaal niveau wordt veel toeristisch onderzoek gedaan. Binnen de LDA wordt informatie over deze onderzoeksactiviteiten en inzichten gedeeld. Waar nodig zorgt de LDA voor gezamenlijk geformuleerde onderzoeks- en datavraagstukken en voor verbeterde data en inzichten. Zo ontstaan meer datagedreven beleidsbeslissingen en een grotere concurrentiekracht van ondernemers.
Gijs: “Wanneer is de LDA opgericht en wat was de aanleiding daarvoor?”
Marieke: “Een aantal jaar geleden is de landelijke visie Perspectief 2030 opgesteld over de duurzame ontwikkeling van de bestemming Nederland en de veranderende rol van toerisme. Hierin is omschreven dat toerisme geen doel op zich meer is, het draagt ook bij aan maatschappelijke vraagstukken. In dat kader ontstond de behoefte aan betere data, zodat beleidskeuzes niet langer op basis van een onderbuikgevoel gemaakt zouden worden, maar datagedreven. Een data alliantie leek daarom een goed idee. Het NBTC (Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen) heeft die handschoen opgepakt. Sinds 2019 hebben we verschillende partijen bij elkaar gebracht om samen te werken aan betere data en inzichten. Vanuit mijn rol als Manager Intell & Insights bij NBTC ben ik voorzitter van de Programmaraad geworden. Ik heb vertegenwoordigers van de verschillende partijen bij elkaar gebracht om een werkprogramma te maken. NBTC is een logische speler, omdat wij veel landelijke monitors coördineren.”
“Er was behoefte aan betere data, zodat beleidskeuzes niet langer op basis van onderbuikgevoel gemaakt zouden worden”
“Stond de sector hiervoor open; voor het delen van data en kennis? Binnen de cultuursector zijn instellingen of organisaties nog wel eens huiverig zijn om data te delen.”
“De bereidheid om data te delen was er eigenlijk direct. Iedereen kan hiervan profiteren en sterker worden. We hebben het ook vrij snel concreet kunnen maken, omdat we een programmabureau hebben opgezet en kort daarna al bijeenkomsten en activiteiten hebben georganiseerd. Wat anders is ten opzichte van de cultuursector is dat wij vooral met (semi)overheden om de tafel zitten en die geven graag openheid van zaken. Dat moet ook om te verantwoorden wat er met overheidsgeld gebeurt. Een ander verschil is dat wij niet met publieksdata werken en dus ook niet te maken hebben met persoonlijke gegevens en AVG-wetgeving. Onze eerste focus was vooral het opzetten van gezamenlijke, kwantitatieve onderzoeken waar geen persoonsgegevens aan gekoppeld zijn.”
“Hoe is de samenwerking tussen publieke en private partijen?”
“Onze primaire doelgroep zit in de beleidshoek, denk aan medewerkers van DMO’s (Destination Management Organisaties) en CMO’s (City Marketing Organisaties). Vanuit de commerciële hoek is wel veel interesse om aan te schuiven, bijvoorbeeld tijdens kennisdagen. Ook werken we samen met advies- en consultancybureaus die ons helpen meer datagedreven beleid te stimuleren. De ontwikkeling van ons segmentatiemodel Leefstijlvinder is een mooi voorbeeld van zo’n samenwerking. We hebben ook gesproken met commerciële partijen zoals Booking.com, maar daarbij lopen we er toch tegenaan dat het voor dit soort grote partijen ingewikkeld is om data te delen. Tot nu toe varen we met name op data die we zelf verzamelen of die beschikbaar zijn via het CBS of Eurostat. We bekijken hoe we die data toegankelijker en bereikbaarder kunnen maken voor de doelgroep.”
“Wij houden ons bezig met data die ook voor de cultuursector interessant zijn”
Marieke Politiek
“Zijn alle keuzes die worden gemaakt gebaseerd op een nationale strategie?”
“Inmiddels wel, maar die strategie is er pas sinds kort. We zijn in eerste instantie vanuit de inhoud direct gaan lopen om dingen voor elkaar te krijgen, maar na een paar jaar misten we toch een kader om heldere keuzes te kunnen maken. Want waarom doe je a wel en b niet? Ook vanuit de politiek kwam de vraag om een datastrategie te ontwikkelen. Met een klein kernteam en een extern bureau is, in opdracht van het ministerie van EZK, in co-creatie een nationale datastrategie voor de sector op papier gezet. De LDA committeert zich hier uiteraard volledig aan en zal hier in het werkprogramma nader invulling aan geven. In alle eerlijkheid: er staat niet veel nieuws in deze strategie. Volgens mij is dat ook heel logisch. Het is in feite een bevestiging: we zijn van start gegaan met de juiste dingen. Nu is het aan de LDA, maar nadrukkelijk ook aan de partijen in het netwerk, om te kijken hoe dit in de praktijk wordt doorgevoerd. Iedereen moet er vanuit zijn eigen situatie naar kijken. De provincies zullen bijvoorbeeld samen met ons kijken naar het duurzaam organiseren van de basisdata. Scholen hebben een belangrijke rol als het gaat om het opleiden van de beleidsmedewerker van de toekomst, maar ze kunnen wellicht ook een opleidingstraject verzorgen voor huidige beleidsmedewerkers.”
“Scholen hebben een belangrijke rol als het gaat om het opleiden van de beleidsmedewerker van de toekomst”
“Waar ligt op dit moment de belangrijkste behoefte en hoe kan de LDA de meeste toegevoegde waarde bieden?”
“Ik had graag iets anders gezegd, maar we staan toch nog steeds op het punt dat we voor goede basisdata moeten zorgen. Dit hopen we in de komende vier jaar te realiseren. Er is ook grote behoefte aan standaardisatie en heldere definities. Daar hebben we dus belangrijke stappen te zetten. In een volgende periode zullen dan andere thema’s naar voren komen, bijvoorbeeld over innovatieve technieken als AI.”
“Ik herken het belang van een decentrale aanpak. Daar is ook in de culturele sector enthousiasme voor. Hoe kijk jij eigenlijk aan tegen wat er in de culturele hoek gebeurt? Wat zouden wij kunnen leren van de toerismesector en waar zie je mogelijkheden voor samenwerking?”
“Wat ik ontzettend interessant vind is de unieke databron waar jullie over beschikken: publieksdata. Ik denk dat het goed zou zijn om in een netwerkvorm meer ondersteuning te bieden voor de ontwikkelingen die jullie nu doormaken. Ik zie dat er veel verschillende initiatieven zijn en nog wat minder samenwerking. Wat ik ook heel bijzonder vind is de ontwikkeling op het gebied van het Culturele Doelgroepenmodel. Ik zie dat dit heel enthousiast wordt ontvangen en dat veel mensen hiermee aan de slag willen gaan. Dan zie je dezelfde uitdagingen die spelen bij het Leefstijlvindermodel. Ik denk dat daar voor jullie kansen liggen om dit centraal aan te pakken en nog verder uit te breiden. En ik denk inderdaad dat een samenwerking met de LDA kansen biedt, bijvoorbeeld op het gebied van standaardisatie en kennisdeling tussen beide deelsectoren.”
“Ik ben het helemaal met je eens. De Taskforce Publieksdata heeft in de afgelopen jaren veel bereikt en denkt nu na over een vervolg na 2024. En cultuur en toerisme zijn op een natuurlijke manier met elkaar verbonden. Vaak zijn het ook dezelfde mensen die binnen regio’s en provincies actief zijn op deze thema’s. Wat zou je de taskforce voor de toekomstplannen willen meegeven?”
“Nu wordt incidenteel wel eens een samengewerkt, maar een structurele samenwerking zou veel meer kunnen opleveren. Ik denk dat iedereen daar uiteindelijk beter van wordt. Want waarom zouden we niet samen kijken naar nieuwe kansen of projecten met betrekking tot basisdata en standaardisatie? De Programmaraad staat hier ook heel positief tegenover.”
“Ik ben ontzettend blij met deze handreiking. Daar moeten we mee aan de slag!”