Ga naar hoofdinhoud

Europa

Samenwerken binnen de EU

Conferentie in Gent een mooi startschot 

7 min. lezen

Er komt een publiek aan dat door de digitale samenleving volledig anders is opgegroeid dan het huidige cultuurpubliek. Daar moeten we op voorbereid zijn, in eigen land én over grenzen heen. De Taskforce Publieksdata is daarom blij dat het is gelukt om het onderwerp publieksdata op Europees niveau te agenderen en zo de krachten te bundelen. 

Half februari vond in Gent de EU-conferentie ‘Empowering the Cultural and Creative Sectors in Data-driven Audience Development’ plaats, waar een belangrijk manifest is gelanceerd. Hierin is het voornemen vastgelegd om de komende jaren het onderwerp publieksdata in de cultuursector binnen de EU op te pakken. Aan de vooravond van de conferentie gingen Hans van der Linden (contactpersoon departement Cultuur, Jeugd en Media in Vlaanderen), Anita Németh (contactpersoon ministerie OCW) en Maaike Verberk (voorzitter van de taskforce/directeur DEN) over dit onderwerp in gesprek.

Relevant blijven

“Publieksdata kunnen we nu al inzetten om het publiek te verbreden, programmering te verdiepen en diverser en toegankelijker te worden”, vindt Maaike. “Maar in de toekomst wordt het belang alleen maar groter. Niet alleen het publiek heeft dan andere verwachtingen, uit deze jongere generaties komen ook onze medewerkers van de toekomst. En makers gebruiken steeds vaker digitale technologieën als hun canvas. Er komt op meerdere gebieden een disruptie aan en de cultuursector moet zich daartoe verhouden. Digitale transformatie is een middel om hiermee om te gaan, nieuwe waarden te creëren en relevant te blijven.” 

“Publieksdata kunnen we nu al inzetten om het publiek te verbreden, programmering te verdiepen en diverser en toegankelijker te worden”

Samenwerken

De aanpak in Vlaanderen en in ons land verschilt van elkaar, maar beide landen zien de noodzaak in van werken met publieksdata binnen de eigen grenzen en ook in Europees verband. Hans: “Europeana, een platform waarop iedereen materiaal over Europees cultureel erfgoed kan vinden, laat zien dat je op Europees niveau kunt samenwerken als het gaat om digitale content. Aandacht voor publieksdata is in mijn ogen een hele mooie pijler die daarbij komt.” In Vlaanderen wordt dit onderwerp centraal opgepakt, met de organisatie publiq als belangrijke speler, terwijl in Nederland verschillende partijen zich hiervoor inzetten, met de Taskforce Publieksdata als drijvende kracht. “Nu het onderwerp binnen de EU wordt besproken”, vervolgt Hans, “kunnen we mogelijkheden creëren om samen te werken en op die manier te komen tot een zeer goed, hybride cultuurbelevingsmodel waarbij het digitale aspect het fysieke ondersteunt.” 

“In Nederland is het streven niet om één organisatie op te richten, maar om te kiezen voor een organisatievorm waarbij verschillende partijen samenwerken”

Niet ’topdown’

Wat er een aantal jaar geleden in de UK gebeurde, trok in Vlaanderen en in Nederland de aandacht. The Audience Agency ontwikkelde daar een segmentatiemodel waar de hele culturele sector mee moest gaan werken. Maaike: “Bij DEN hadden we al vroeg contact met hen en volgden we dit met interesse. Dat gold ook voor de Raad voor Cultuur die het vervolgens besprak met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Het ministerie zag de relevantie van het onderwerp, maar koos voor een andere aanpak. In Nederland pakt de sector dit, in samenwerking, zelf op. Onder de vlag van de Taskforce Publieksdata zetten we samen met enkele partijen noodzakelijke stappen.” 

Anita voegt daaraan toe dat er inderdaad bewust voor is gekozen om niet voor een ‘topdown’ benadering te kiezen en een centraal instituut in het leven te roepen. “De taskforce kreeg ook de opdracht te onderzoeken welke aanpak het beste zou kunnen werken. Na verschillende onderzoeken is na ongeveer twee jaar nadrukkelijk gezegd dat het streven niet is om één organisatie op te richten, maar om te kiezen voor een organisatievorm waarbij verschillende partijen samenwerken.”

Succesvolle EU-conferentie

Tijdens de EU-bijeenkomst in februari is het ‘Ghent Manifest’ gelanceerd. Hierin staat dat de komende jaren op EU-beleidsniveau overlegd moet worden over datagedreven publieksontwikkeling voor de culturele sector. De culturele sector kan weerbaarder en wendbaarder worden door op het gebied van publieksdata over grenzen heen te kijken, ervaringen en kennis uit te wisselen, en waar mogelijk samen te werken.

Mooi startschot

Ondanks de verschillende aanvliegroutes zijn de idealen van Vlaanderen en Nederland hetzelfde. Hans hoopt dat de EU-conferentie in Gent ertoe leidt dat er een common ground is om op verder te werken en gezamenlijk stappen te zetten, zowel op beleidsmatig als inhoudelijk gebied. “We zouden een coalition of the willing, oftewel een paar lidstaten die het voortouw nemen, moeten hebben op Europees niveau, dat zou heel mooi zijn.” Maaike denkt dat de conferentie een mooi startschot is om de onderwerpen en de samenhang van de onderwerpen datagedreven werken, publieksdata en digitale transformatie naast elkaar te positioneren. “Het is fantastisch dat het is gelukt om publieksdata op Europees niveau op de agenda te zetten. Met elkaar kijken we hoever we komen, welke doelen we voor ogen hebben. En dan hopelijk ook concrete vervolgafspraken maken.” 

Gemeenschappelijke taal

Anita merkte tot voor kort dat digitale transformatie in de cultuursector altijd werd gelinkt aan erfgoed. “Daar lijkt nu verandering in te komen. Meer publiek bereiken door middel van digitale transformatie is denk ik ook een logische doelstelling. Er moet worden nagedacht over instrumenten en over de juiste aanpak. De conferentie is hiervoor de start. Ik hoop dat Europa dit breed omarmt. Ik denk verder dat het belangrijk is een gemeenschappelijke taal te ontwikkelen. In Nederland en Vlaanderen praten we er op een andere manier over dan in veel andere lidstaten. Dat betekent dat samen optrekken zich nog wel in de beginfase bevindt. We moeten het belang daarom blijven onderstrepen en in Gent actief op zoek gaan naar mogelijke partners.” 

“We moeten bewijzen wat het werken met publieksdata oplevert, wat het effect is op het publiek”

Durven innoveren

Voor de nabije toekomst is het belangrijk om bewijsmateriaal te creëren. “Goede en opschaalbare voorbeelden moeten we in een netwerk samenbrengen”, vindt Hans. Maaike is het daar helemaal mee eens. “We moeten bewijzen wat het werken met publieksdata oplevert, wat het effect is voor de culturele organisatie op het gebied van meer of nieuw publiek. Er kan veel meer praktijkgericht worden gewerkt; bewijsmateriaal verzamelen en delen, liefst op Europees niveau. Nu zijn er nog veel onderwerpen die we theoretisch benoemen, maar waarmee we nog niet daadwerkelijk aan de slag gaan. In de economische sector zie je dat innovatieve organisaties wendbaarder en succesvoller zijn. De cultuursector moet ook durven innoveren.” Anita voegt er tot slot aan toe dat het enorm zou helpen als het onderwerp publieksdata een plek krijgt op de Europese agenda.

Foto’s: Departement Cultuur, Jeugd en Media, Vlaanderen